Agra, Varanasi

25 januari 2019 - Benares, India

Van Jaipur reden we naar Agra, met een tussenstop bij Chand Baori. Een vroegere waterput, gemaakt van tientallen trappen met helemaal onderaan het water. Erg leuk om te zien. Aangekomen in Agra bleek dit best wel een pauperstad. Nog drukker, ouder en viezer dan we tot nu toe gewend waren. Fardau was ziek en ik wilde even een ‘sjauwtsje’ buiten doen maar het drupte, onweerde en waaide heel erg hard. Toen ik het idee had dat door de wind sommige gevels hier wel eens op mij konden gaan vallen ben ik maar teruggelopen.

Wanneer je naar India gaat, kun je volgens mij niet terug naar huis keren zonder een bezoek te brengen aan een van de mooiste gebouwen ter wereld. En dat was ook de reden dat we in Agra waren. De volgende dag zaten wij dan ook al om 05:15 in de auto, op weg naar de Taj Mahal. In het donker kwamen we aan bij de ingang en we waren de enigen. Na een uur mochten we eindelijk naar binnen, met een klein groepje mensen achter ons. Toen we de poort door liepen, waren we letterlijk de eersten op het terrein en hadden we dit wereldwonder heel even voor onszelf. Hoewel het gebouw al prachtig genoeg van zichzelf is, maken de omvang ervan, de tuin en het verhaal erachter, de Taj Mahal nog mooier. Het was prachtig om dit bouwwerk eindelijk met eigen ogen te kunnen aanschouwen. Na de Macchiu Picchu in Peru, Chichén Itza in Mexico, het Colosseum in Rome, Jezus Christus in Brazilië was dit het vijfde wereldwonder dat ik heb gezien en het is elke keer weer geweldig om oog in oog te staan met deze ‘wonderen’ van wereldklasse.

Omdat we om 9 uur alweer terug waren hadden we nog een hele dag in Agra. Een stad waar naast de Taj Mahal niet heel veel te doen is. We besloten naar Akbars Tomb te gaan. Een beetje op de gok, maar een goede gok. Hier stonden vier grote gebouwen met prachtige poorten en mozaïeken. Het was er ook nog eens rustig, groen en er waren een aantal bokken in de wei die net zo liepen als ons, stoer en mannig. Een goede keuze dus.

En dan iets totaal anders dan wat we tot nu toe gewend waren, de treinreis naar Varanasi. Een nachttrein van 12 uur richting het oosten van India. Op het station namen we afscheid van Krishna, onze chauffeur van de afgelopen 2,5 week. Het was raar om gedag te zeggen omdat we tot dan toe elke dag met hem hadden doorgebracht. Het was nu aan onszelf, met z’n tweeën door India. Echt met z’n tweeën.

We waren veel te vroeg op het station en moesten nog 3,5 uur wachten, maar er gebeurde van alles. Apen op de rails, mensen die over t spoor sjouwden en aan de andere kant weer door mensen omhoog werden gehesen om weer op het perron te komen, koeien die uit vuilnisbakken stonden te eten. Een hele ploeg locals en een handjevol toeristen stapten in de trein. En toen het moment dat we onze plek vonden.

Een stapelbed van ik schat zo’n 1.80 lang en 70 cm breed. Met mijn ene voet achterwaarts op een trappetje, mijn andere voet voorwaarts op het andere trappetje en dan door middel van een soort halve draai naar voren, terwijl ik mezelf optrok aan de stangen, kwam ik op het bed terecht. Mijn kleine tas gebruikte ik als kussen, mijn backpack stond rechtop aan het voeteneind waardoor ik nog plek had voor mijn voeten links daarvan, en mijn schoenen knoopte ik aan het trappetje van 3 treden. Na enige tijd had ik het toch (naar omstandigheden) redelijk goed ingericht. Schuin onder mij lag een jonge die meer bezig leek te zijn met het observeren van mij dan met het gesprek met zijn moeder, haaks van mij lag een man met zijn voeten aan mijn kant, waardoor ik als ik mijn ogen opende, van redelijk dichtbij de onderkant van zijn voeten kon bekijken. Tel daar een aantal huilende baby’s, een wc waarbij de slogan ‘stank hoeft niet te stinken’ totaal niet aan de orde is, en een kortebroekentemperatuur bij op en je hebt.. INDIA.

Sjonge jonge wat was dit wat. Maar wel een belevenis die we waarschijnlijk nooit meer zullen vergeten en waar we nu heel erg om kunnen lachen.

Varanasi is de meest heilige stad van India. De stad ligt aan de heilige rivier de Ganges en dit is ook waar het in de stad gebeurd. De oevers van de rivier zijn opgedeeld in zogenoemde Ghats. Dit zijn trappen die naar beneden lopen tot aan de rivier. Hoewel we eerst niet zo goed wisten wat te doen in Varanasi, hadden we de Ghats voor het laatst bewaard. Al vroeg in de ochtend voeren we met een bootje over de Ganges om zo alle Ghats vanaf het water te kunnen zien. De mensen hier wassen zich elke dag in de rivier om zo hun lichaam te reinigen met het heilige water. We zagen dan ook veel witgesopte mensen het water in springen. Het was een heel bijzonder gezicht.

Middags liepen we langs de Ghats en stonden we echt met verbazing te kijken naar wat hier allemaal gebeurde. We liepen er nu dwars doorheen. Mensen die zich stonden te wassen, de wasserette waar allemaal kleding en doeken werden gewassen, veel te veel mannetjes die allemaal “you want boat madam?” naar ons riepen, de lokale backstreetboys die weer met ons op de foto wilden en de Haru mannen. In oranje geklede mannen met witte gezichten of lichamen die ook heilig zijn maar waar we de betekenis eigenlijk nog steeds niet goed van weten.

Halverwege zagen we vuur branden. Wat ook gebeurd hier bij de Ganges zijn de lichamen die verbrand worden. En wat we zagen waren de crematies. Het lichaam wordt eerst naar het water gebracht en wordt er vijf keer water in de mond gedaan, waarna het vervolgens op het hout wordt gelegd vlak naast het water en het vuur wordt aangestoken. De oudste zoon word kaalgeschoren en draagt een wit gewaad. Er zijn alleen mannen aanwezig omdat te vrouwen te geëmotioneerd zijn en ook huilt er niemand omdat dit de ziel naar het Nirwana tegen zou houden. Wanneer het lichaam is verbrand, worden de as en de botten in het water gegooid. In hetzelfde water dus als waar ze zich ook weer in wassen. Hier hadden wij zo onze bedenkingen bij, maar goed, dat noemt men dan weer ‘cultuurverschil’.

Van deze crematies zijn er een aantal tegelijk aan de gang en letterlijk vijf meter verderop zitten mensen zich te wassen of worden er boten opgeknapt. De koeien lopen tussen de brandstapels door, honden liggen bij het warme vuur te slapen en rondom is jet een vieze bende. Dit gaat hier 24 uur per dag zo door en is dus voor ons westerlingen eigenlijk niet te bevatten.

Het is echt onwaarschijnlijk wat hier allemaal gebeurde en we hebben dan ook echt met verbazing zitten kijken naar alles wat er zich voor onze ogen afspeelde. Niet een bestemming waar ik nog eens naar toe zou gaan, maar wel een hele bijzondere bestemming als je het mij vraagt.

Morgen vliegen we naar Mumbai, de grootste stad van India. Zal wel weer druk zat worden!

Namasté en groetjes uit India,

Iris 

Foto’s

2 Reacties

  1. Heit en Memke:
    26 januari 2019
    Tsjonge,jonge wat weer een heftige verhalen die we te lezen krijgen. Ook door middel van de foto’s kunnen we een beeld krijgen hoe t er daar aan toe gaat. En dat is toch wel bedenkelijk door de ogen van ons westerlingen. Maar toch zijn er voor jullie ook bezoekjes die velen weten dat ze bestaan maar door jullie met eigen ogen worden aanschouwd, en dat is dan de Taj Mahal. Inderdaad een wereldwonder, allemaal pracht en praal. Dit was echter niet te vinden in de nachttrein die door jullie was geboekt, verre van dat. Een belevenis die je eenmaal moet meemaken maar als we het zo lezen en zien:1 keer en niet weer. Via Molkwerum lijkt ons ook wat beter.
    En wat dan helemaal onze fantasie te boven gaat is het gebeuren bij de rivier de Ganges. Werkelijk ongelooflijk hoe men daar het geloof belijd ,de doden verbrand ,botten en as in de rivier, zich daar weer in wast terwijl het dagelijkse werk op 5 meter afstand gewoon doorgaat. We kennen jullie als personen die we kunnen vertrouwen anders hadden we dit niet geloofd! Maar in ieder geval zijn dit weer belevenissen die jullie met eigen ogen hebben meegemaakt en niet meer afpakken. Goeie vlucht naar Mumbai en maak er nog een leuke laatste week van daar in het verre India.
    Succes en de groeten van H-M-en S.
  2. Buurman Douwe:
    26 januari 2019
    Ik bekijk de dingen vaak uit een onverwachte hoek, zo ook nu weer. Zodra jullie afscheid hadden genomen van chauffeur Krishna verandert het verhaal van toeristenverslag in een verslag van jullie belevenissen daar. Waren de toeristenverslagen al een lust om te lezen, het lezen van jullie belevenissen onderweg is nòg mooier omdat jullie het leven daar nu schijnbaar van veel dichterbij meemaken. Ik zie het zo voor me dat jullie in die trein daar liggen te slapen of in ieder geval een poging daartoe doen met uitzicht op de grote teen van iemand anders. En die teen is vlakbij En ook de opmerking dat stank niet hoeft te stinken stelt vast vaderlief gerust en zelfs mij. Ik stel me voor dat dat soort stank de functie heeft van wat bij ons dennengeur oftewel strontspray heet. In ieder geval overvleugelt het alle andere luchtjes en die zijn vast onprettig. Ik heb me er ook altijd over verbaasd dat de rivieren daar niet alleen de functie hebben van waterweg maar ook van wasmachine, douche, kerkhof en vuilnisbelt. Ik heb ooit een documentaire gezien van zo’n begrafenis. Bij die begrafenis wou het lijk niet al te best branden . Uiteindelijk trad er een (inderdaad) mannelijk familielid naar voren met een lang mes en met een paar grote halen van dat mes werd het lijk ietwat verkleind waardoor het begon te branden als een fakkel. Toen ik dat zag heb ik de laatste cola door de gootsteen gegoten want mijn spijsvertering werkte nog slechts in de achteruit stand. Maar daar is het heel gewoon. Bij ons is de dood iets verschrikkelijks en heel soms een uitkomst maar daar is de dood heel normaal. Zeg maar een onderdeel van het leven. Heel bijzonder voor ons verwende westerlingen. Die heilige mannen met dat wit op hun huid en gekleed in oranje gewaden dat zijn waarschijnlijk sadhoes. Het zijn asceten en yoga beoefenaars. Alcohol drinken is er niet bij voor hen. En ik ben bang dat wanneer je er toch een neut in gooit, je doodverlegen met die gasten raakt, hihi. Dus doe maar niet.