Poonhill/Mardi Himal

28 februari 2019 - Pokhara, Nepal

Pokhara, gelegen in het midden van Nepal, is de uitvalsbasis voor tochten door het Annapurna gebergte. In eerste instantie wilde ik het Annapurna Circuit doen, een tocht van 2 weken. U raad het al, dit ging niet door. Door de vele sneeuwval waren er stukken afgesloten en onbegaanbaar. Ik moest iets nieuws verzinnen. De Poonhill trek is beroemd om zijn zonsopgang en ik besloot dat ik hier heen wilde. Deze tocht is normaal 5 dagen maar dit vond ik eigenlijk te kort (mannig). Ik besloot een combinatie te maken met de Mardi Himal trek. Een redelijk nieuwe tocht naar de voet van de Macchapucchre berg. Een heilige berg die niet mag worden beklommen en waar ook nog nooit iemand op de top heeft gestaan. Het werd een tocht van 8 dagen.

In een kleine bus ging ik met mijn gids richting Naya Pull. Een ritje van 40 km waar we twee uur over deden. Houten deuren werden op het dak vastgeknoopt, die halverwege weer van het dak afvielen. Nouja enfin. Van Naya Pull liepen we naar Ulleri. Hier kwam ik er achter dat het begin van deze tocht vooral bestaat uit traplopen. En dat was zwaar. Na 4 uur kwamen we aan. De kamer was gratis als je daar ook avondeten en ontbijt bestelde, de warme douche was gratis, de wifi was zelfs gratis én het was T-shirt weer. Dit was andere koek dan de Everest tocht.

Op de tweede dag liepen we in 3 uur van Ulleri naar Ghorepani. Omdat we hier al om 11 uur s’ochtends waren, besloten we middags ook naar Poon Hill te gaan. Een klim van 45 minuten trappen op, naar 3200 meter. Hoewel het redelijk bewolkt was, was het uitzicht spectaculair. Van links naar rechts zag je het hele Annapurna gebergte liggen, ontzettend mooi! S’avonds kwam ik er achter dat ik visite had in m’n kamer in de vorm van een muis. Met de deur open heb ik lopen stampen op de vloer in de hoop dat ie wegging. Ik heb hem niet meer gezien.

De volgende ochtend om kwart voor zes stonden we paraat met onze hoofdlampjes. In het donker beklommen we weer het pad naar Poon Hill. Hoe hoger we kwamen, hoe meer zonlicht er was. Boven aangekomen was het uitzicht fantastisch mooi door de geel rode gloed van de eerste zonnestralen die over de bergen heen lag. Echt schitterend. Na het ontbijt vervolgden we onze weg naar Tadapani. De weg lag ineens vol met sneeuw en het was ontzettend glad. Onderweg kwamen we vier Nederlanders tegen waar we de hele dag mee verder hebben gelopen. Ondanks dat ik bijna de hele dag bang was om te vallen, was het een ontzettend leuke dag met z’n allen.

Op dag vier spreidden onze wegen en gingen wij op weg naar Landruk. Het begin was een mooie tocht van twee uur door het bos en zoals ze dat hier noemen, Nepali flat. Heuveltje op, heuveltje af. Vervolgens moesten we trapsgewijs 800 meter naar beneden. Toen ik eindelijk met verbrijzelde knieën beneden aankwam, zag ik de bui al hangen. Voor ons, boven op een berg, lag een dorpje. En geloof het of niet, daar moesten wij naar toe. Trapsgewijs weer omhoog. Ik telde de traptreden om mezelf te blijven motiveren en na elke 100 treden mocht ik een halve minuut pauze. Serieus, na 1472 treden kwamen we aan in Landruk. Het uitzicht was wel fantastisch mooi.

De volgende dag gingen we omhoog. En hoe. Een ontzettend steil pad leidde ons omhoog naar Low Camp. Ik hoorde mezelf letterlijk hardop zeggen, “wat een onmenselijke route is dit”. Onderweg kwamen we twee hele leuke Canadese vrouwen tegen, Barbara en Marj. Ze gingen naar dezelfde plek. In 5,5 uur gingen we meer dan 1300 meter omhoog en net voordat het begon te hagelen kwam ik redelijk gebroken aan.

De volgende ochtend regende het nog steeds. Of wat was het eigenlijk? Sneeuw, regen of hagel. Het was in ieder geval heel slecht weer. Toen het eindelijk droog werd en we andere mensen zagen vertrekken besloten wij ook te gaan. De route ging door de sneeuw naar het hoogste plaatsje van de tocht, High Camp op 3500 meter. Het laatste stuk was aardig spannend. Met een pad van ongeveer een halve meter breed en daar naast een ravijn was het oppassen geblazen. Samen met de Canadese vrouwen, twee Nederlandse jongens en de gidsen en dragers hebben we de hele middag bij de kachel gezeten want ook nu was het heel slecht weer.

Normaal gesproken loop je van High Camp naar Base Camp, tot ongeveer 4000 meter. Door alle sneeuw die er al lag was dit voor ons te gevaarlijk en was het een absolute no go om verder omhoog te lopen. Toen ik om 5 uur s’ochtends wakker werd door de harde wind, vroeg ik mij in eerste instantie af of we überhaupt vandaag wel naar beneden konden. Het kon, maar we besloten met z’n allen samen naar beneden te gaan. Er lag ongeveer een halve meter sneeuw, het sneeuwde, de harde wind blies de wind in je gezicht waardoor je soms heel weinig zag, het ravijn naast je, ja je kon wel zeggen dat ik bang was. Na een uur bereikten we het bos en waren we in mijn ogen veilig. Vanaf hier werd het een mooie tocht door het bos naar beneden in een soort winterwonderland. Volgens mij heb ik nog nooit zoveel sneeuw gezien, het was prachtig. Aangekomen bij onze eindbestemming waren er geen kamers vrij en de Canadezen boden aan om hun kamer met mij te delen. We hadden een gezellige avond bij de warmste kachel tot nu toe en konden al onze kleren drogen.

Op de laatste dag liepen we van Forest Camp, helemaal naar beneden naar Kande. Ik nam afscheid van de Canadese vrouwen. Ik heb een ontzettend leuke tijd met ze gehad. Het mooie aan mensen ontmoeten op reis, is dat leeftijd nooit een rol speelt. Deze twee zussen waren minimaal het dubbele van mijn leeftijd, maar het was ontzettend gezellig geweest samen. Het begin van de tocht ging door de sneeuw en door het bos en door de mist die er hing werd het een hele mysterieuze tocht. Geleidelijk aan werd de sneeuw zachte sneeuw, werd de zachte sneeuw modder, en werd de modder een tegelpad. Na 5 uur kwamen we aan in Kande waar we gelijk in de bus konden terug naar Pokhara.

In Pokhara kocht ik voor mezelf een bounty als beloning. Het was weer een lange tocht geweest, dus dit had ik verdiend. Deze tocht was ontzettend zwaar, maar wel weer geweldig mooi. We liepen door mooie kleine dorpjes, prachtige natuur, ik heb ontzettend lieve mensen ontmoet, ben soms heel erg bang geweest, maar ben weer een ontzettend mooi avontuur rijker.

Foto’s staan in het album Poonhill. Vergeet zeker niet te kijken! Groetjes uit Nepal.

Liefs, Iris.

4 Reacties

  1. Heit en Memke:
    28 februari 2019
    Nou vrouw vd Meer,dat was me het tochtje wel weer.Gedurende deze belevenis zul je inderdaad wel eens gedacht hebben,wat doe ik hier.Na afloop is het echter vaak de voldoening die de overhand krijgt en je de mooie momenten onthoud en de rest maar in de vergeethoek dumpt.
    Maar één ding snappen we niet:wij dachten dat je geen angst kende,wel enigszins om bij een ravijn langs te sjouwen,maar een muis,je moet het niet gekker maken.Wellicht zat er ook nog een sleuteltje aan de zijkant?
    Maar alle gekheid op een stokje,het was weer een geslaagde onderneming,prachtige foto’s waar we hier in ons kikkerlandje jaloers op worden als we die sneeuw schouwspellen bekijken.Piet gaf ons ook hoop hierop maar zoals zo vaak heeft ie ons weer voor het lapje gehouden.En ook de contacten met je collega avonturiers was weer helemaal in jouw straatje.Je reis schiet alweer op naar het eindpunt,geniet er nog even van en we lezen en horen wel weer.Groetnis ut Bakhuzen.
  2. Phien Albada:
    1 maart 2019
    Hoi Iris,
    Dit is jouw Lust en jouw leven! Een tocht, die soms niet door kan gaan vanwege weersomstandigheden. Maar niet getreurd: er zijn meer mooie tochten, die de moeite waard zijn. En dat blijkt dan ook! Prachtig mooie foto's . Wat een bijzonder mooi gebied. En de foto's van die kinderen.....zo mooi! Leuk, dat je andere mensen ontmoet. Dat hoort ook een beetje bij jouw verhalen. En het is zo leuk om te lezen. Lieve groet van ons.
    Phien en Peter.
  3. Rian:
    1 maart 2019
    GENOTEN van je foto’s Iris
    Wat een rijkdom om zoveel moois te mogen aanschouwen en beleven. De wereld past dan ook zomaar in je fototoestel... bijzonder
    Hartelijke groeten rian
  4. Buurman Douwe:
    2 maart 2019
    Bergen, bergen, bergen, sneeuw, sneeuw, ontbering, ontroering en vreugde. Dat komt allemaal voorbij in je reisverslag. Kan me voorstellen dat je af en toe bang geweest bent. Want als je dat niet geweest zou zijn dan zou dat betekend hebben dat je roekeloos bent. En dat ben je niet! Iedereen is op zijn tijd bang, niet iedereen durft of is in staat dat toe te geven. Neem nou dat smalle paadje langs die afgrond. Ik denk dat ik dat stukje op handen en voeten gegaan zou zijn, mits de grond dat toeliet natuurlijk. Want er zal niet een keurig vlak asfaltpaadje liggen.
    Wat me verder opvalt als ik de foto’s bekijk is dat je overal vlaggetjes ziet. Op bepaalde plaatsen kom je telkens rijen vlaggetjes tegen. Dat schijnt te maken te hebben met de religie in Nepal. Het schijnt dat het gebedsvlaggetjes zijn. Bij ons betekenen vlaggetjes over het algemeen feest. Daar zullen bij een feest ook wel vlaggetjes zijn maar ze hebben daar ook een diepere, religieuze, betekenis. Het is trouwens moeilijk te geloven dat er in zo’n ruw en onherbergzaam gebied nog zoveel mensen leven. Wij zijn gewend aan een vlakke omgeving met het Bakhuister Hoog als uitzondering terwijl het daar net andersom is. Het gaat, al dan niet steil, omhoog of omlaag maar nooit lekker horizontaal. Dat zal ongetwijfeld invloed hebben op de bouw van de mensen daar: klein en pezig. Ik moet ook eerlijk bekennen dat jouw reisverslagen steeds leuker worden en lezen als een avonturenboek. Waren het in India hoofdzakelijk opsommingen van bezienswaardigheden, hier zijn het veel meer de lotgevallen van een avonturierster. Een avonturierster die, als het nodig is, eigenhandig een muis verjaagt uit haar kamer, hihi. Sipke had je er graag even mee geholpen. Maar dat was voor dat muisje slechter afgelopen dan het nu is! Terwijl ik hier zit te typen “tilt” het op straat weer eens op van de Jehova’s getuigen. Het lijkt net een razzia! Ze slaan mij gelukkig tegenwoordig over. Aan mij is geen eer meer te behalen! Veel plezier!