Quetzaltenango

20 januari 2020 - Meer van Atitlán, Guatemala

Mijn volgende stop was Quetzaltenango. Was Antigua zo toeristisch, Quetzaltenango is dat helemaal niet en dus totaal anders. Er was een lokale markt met kraampjes, de bussen rijden af en aan en er zijn weinig toeristen te zien. De mensen zijn bijna allemaal kleiner dan mij en de mannen zien er uit als cowboys. Het was leuk om het lokale leven te zien alhoewel er in de stad zelf niet heel veel te doen was. 

Ik kwam hier dan ook puur voor de vulkanen en de volgende dag ging ik daarom naar de Santa Maria vulkaan. Met een klein groepje stonden we om 05:00 uur s’ochtends paraat. Na een halfuur in de bus begon onze tocht in het donker. Het eerste uur ging prima, het tweede uur werd al wat steiler en de laatste twee uur waren heel erg steil en werd het klimmen en klauteren over stenen en rotsen. We kommen in vier uur van 2500 naar 3770 meter, een hele klim dus! 

Het was een zware klim maar het uitzicht weer geweldig. Aan de ene kant zag je de Acatenango en Fuego en aan de andere kant de Tajumulco, het hoogste punt van midden Amerika. Na een uur op de top gingen we weer naar beneden. Het was heel steil en glibberig en na een tijdje had ik het idee dat we nog langzamer gingen dan omhoog. Maar goed, je was in ieder geval niet constant buiten adem. Al lopend naar beneden vond ik het ook best indrukwekkend dat we dat hele stuk zo steil omhoog waren gelopen. Weer in de pocket. Na 3 uur waren we weer bij de bus en konden we eindelijk zitten. Zeven uren lopen vandaag. Ik was gebroken. Maar wel weer een geweldige dag!  

De volgende dag deed ik vrij weinig. Vooral bijkomen, want de volgende dag stond er weer een tocht op het programma. De Tajumulco, de hoogste. Ik zou met een groepje gaan maar op het laatste moment had de rest van de groep afgezegd. Een enorme domper. Ik kon er voor kiezen om alleen te gaan of een dag te wachten en dan wel met een groep te gaan. Ik had mijn spullen allemaal al ingepakt en was eigenlijk wel klaar om te gaan dus ik besloot gewoon te gaan met alleen mijn gids en te hopen op het beste. 

De volgende morgen ging ik dus samen met mijn gids Eric op pad. We moesten eerst 3 uur met de chickenbus (soort schoolbus) waarna we bij het beginpunt kwamen. Ik had wel mijn twijfels maar toen we aan de tocht begonnen raakten we redelijk aan de praat. Hij kon alleen maar Spaans dus ik moest goed mijn best doen en hij moest zich wat aanpassen tot kindertaal. 

Bij deze tocht moesten we al onze spullen zelf meenemen. Slaapzak, eten, tent, liters water. Ik had dus een hele zware tas van sowieso 10 kilo op mijn rug. Puur die tas was wat deze tocht zo zwaar maakte. Elk kwartier stopten we even om op adem te komen. Ik, hij niet. Na twee uur hadden we grote pauze en maakte Eric broodjes voor ons. Het was nog een uur omhoog en ik was kapot toen we bij het kamp aankwamen. 

Hier zetten we onze tent op en gingen we hout zoeken voor het vuur. Zodra we in het kamp waren veranderde het weer en werd het bewolkt en waaide het hard. De volgende morgen gingen we om 5 uur s’ochtends naar de top. Er was een groep van 20 mensen uit Guatemala die voor ons liepen. Gelukkig want hierdoor moesten we steeds stoppen maar kon ik even pauze houden. Ik had net zo goed het t-shirt van Gerard Joling aan kunnen doen met ‘ik heb er geen kracht meer voor’ want ik kon niet meer. Na een uur waren we eindelijk boven en gingen we achter de rotsen schuilen voor de harde wind en wachten tot het licht werd. Om aan te geven, de grote groep had isolatie dekens mee om warm te blijven. Het werd licht en we maakten snel een foto op de top om weer snel naar beneden te gaan. Er was niks te zien door het slechte weer, ik droeg een hemd, thermoshirt, t-shirt, fleecevest en een winterjas en nog had ik het steenkoud dus wegwezen maar. Na anderhalf uur waren we weer beneden en konden we lekker in de bus terughobbelen naar Xela. Al met al toch weer een mooi avontuur en een goede Spaanse les!

Vanuit Antigua ging ik rechtstreeks naar Xela. Ik sloeg de (waarschijnlijk) mooiste plek van Guatemala over omdat ik had gelezen dat er een driedaagse tocht was naar Lago Atitlan. Ik wilde lopen en niet met de bus. 

In het hostel was ik met Sara uit Duitsland en Rosalie uit België. Allemaal gingen we met de tocht mee. We hadden een super leuke groep met moeder en dochter uit New York, een stel uit Israël, Australiërs en Amerikanen. Met een chickenbus reden we het eerste halfuur richting de bergen waarna de tocht kon beginnen. Beladen met 10 kilo aan eten, kleding en slaapgerei begonnen we aan het steile stuk van twee uur, wat meteen het zwaarste stuk was van de hele tocht. In tegenstelling tot de vorige tochten voelde ik me sterk en een echte baas.We liepen door de bossen, over grasweides en bergen. Aan het eind van de middag kwamen we aan in Santa Catarina. We sliepen in een gemeenschapsgebouw maar door de auto die er in stond voelde het meer aan als een garage. 

De volgende ochtend vroeg opstaan voor de tocht naar Santa Maria. Eerst door het bos, daarna over de heuvels en vervolgens nog door het cornfield of death. Een soort maisveld van steile heuvels. Het viel me alles mee hoe goed het ging want we liepen toch zo’n zeven uur per dag met onze zware tas op ons rug. Aan het eind van de middag kwamen we aan bij een familiehuis. Hier sliepen we met z’n allen in de eetkamer en hadden we s’avonds een heerlijk kampvuur met marshmallows. 

De volgende dag moesten we om 3:15 uur opstaan en waren we om 4:15 paraat om te gaan. In het donker werden we vergezeld door de politie (vanwege overvallen) en kwamen we uit bij een open plek in het bos. Hier konden we weer lekker in onze slaapzak kruipen en kijken hoe de zon op kwam. Mijn eerste ontmoeting met Lago Atitlan. Een geweldig mooie plek. De laatste 8 km liepen we naar beneden waar we uit kwamen bij San Juan la Laguna. Met z’n allen in een pick up truck eindigden we onze tocht in San Pedro. Het was een geweldige tocht met geweldig leuke mensen. Ik heb genoten.

Het is tijd voor wat tijd in en rondom de dorpen van Lago Atitlan. Zwemmen, winkelen en misschien nog wel een vulkaan beklimmen. 

Foto’s in het album Xela. 

Liefs vanuit een zonnig Santa Cruz la Laguna, 

Iris 

Foto’s

6 Reacties

  1. Wiebe:
    20 januari 2020
    Pfff, ôfsjen hjer, mar wol wer 'n belefenis sa te lêzen, knap hjer, ik fyn de seedyk al steil genôch, protte nocht en succes der nog, en doch foarsichtig!
  2. Heit en Memke:
    20 januari 2020
    Nou meid, het is me het reisje wel weer, vroeg uit de veren, klimmen en klauteren en dan achter de pûst weer terug keren, het is maar net wat je leuk vind. We zijn er echter wel zo langzamerhand aan gewend dat je dit de mooiste belevenissen vind om een reis te maken. Geinig maar ook duidelijk makend dat je in een bepaald land bent waar je op moet letten en voorzichtig moet zijn is dat je onder begeleiding van de politie in het donker je tocht moet voortzetten. Maar als lid van de familie van een oudgediende politieman weet je wel hoe het in elkaar steekt!!!. En hoe het verder komt weten we niet, maar sinds je op reis bent heeft Cambuur niet meer gewonnen en begint de Nagelhoutlaan zenuwachtig te worden! .

    De groeten van ons en de kleine baas.
  3. Minke Molenaar:
    20 januari 2020
    Tsjonge, jonge, Iris,
    Je maakt het jezelf ook weer niet gemakkelijk zeg!
    Al dat geklim en geklauter, wat zul je sterke bovenbenen krijgen! Ha,ha, maar die had je natuurlijk ook al.....
    Mooi dat je het naar je zin hebt. Met weer allemaal leuke mensen om je heen.
    Het is wel weer een echt avontuur aan je verhaal te lezen. Mooi Meid !
    Nu maar inderdaad even relaxen als het kan.
    En op naar de volgende vulkaan.
    Geniet ze nog maar even daar in het zonnige Santa Cruz La Laguna

    groetjes,
    Minke
  4. Buurman Douwe:
    20 januari 2020
    Quetzaltenango, die naam alleen al moet je toch moeite gekost hebben hem in één keer goed te typen! Ik heb hem gekopieerd en geplakt! Ik werd dronken van al die klinkers waar vervolgens op de “dolle rûs” flink wat medeklinkers tussen gegooid lijken! En de naam zonder stamelen vlot uitspreken lukt helemààl niet.
    Prachtige foto’s trouwens van een door vulkanen gevormd landschap. Voor ons westerlingen (en zeker ons Bakhústers) lijkt het zo onherbergzaam dat we er liefst omheen trekken in plaats van, zoals jij, er dwars door heen en ook er boven over heen. Vorige keer klaagde je nog over de conditie en dat je jezelf een slappe pannenkoek voelde in plaats van een “monster”. Deze keer stel ik vast dat het “monster” weer helemaal terug is en dat de pannenkoek allang vergeten is. Dat is duidelijk zichtbaar op die groepsfoto waar je op staat met zo’n geweldig gretige blik die duidelijk maakt dat pannenkoeken er alleen maar zijn om opgegeten te worden. Bijna schreef ik opgevreten te worden! Zó gretig kijk je dus! Wat mij ook altijd interesseert: hoe is het eten daar? Is het heet gepeperd of is het gloeiend heet gepeperd? Ik denk het laatste. En door die pepers zijn ze in hun taal ook zo royaal met eerder genoemde klinkers volgens mij. En om ze in hun spraak dan toch iets af te remmen hebben de Spanjaarden er willekeurig die medeklinkers tussen door gegooid. Zo houden land en mensen elkaar mooi in evenwicht. Tsja en ondertussen maakt Nederland zich nog een beetje druk over een vuurwerkverbod dat mogelijk eind volgend jaar in zal gaan. Of niet natuurlijk want er zitten verkiezingen tussen. En dan zijn alle politici weer loops. Drukker maken sommigen zich om die Engelse prins Harry met zijn barbie popje. Nou ja, die verveling is van alle tijden zullen we maar zeggen.
    Veel plezier!
  5. M de Vries:
    20 januari 2020
    Hoi Iris, dit is top sport zeg wat je doet, geweldig!!! en dan ook nog zoveel moois zien,een droom die werkelijk is, nog maar goed genieten . groetjes van ons,
  6. Phien Albada:
    22 januari 2020
    Ha Iris,
    Wat een mooi verhaal!
    Je bent weer helemaal in jouw sas.
    Die zware tochten heb je nodig om jezelf van brandstof te voorzien....Dan kun je er weer een tijdje tegen! Het is afzien maar je krijgt er wat voor terug hè .
    Geniet ze nog !!
    Lieve groet,
    Phien en Peter.